Een moeder en een zieke baby

In onze Special Care Baby Unit ligt in een hele kleine baby van 1300 gram, een jongetje. De vrouw die ernaast zit is helaas niet de moeder, maar een vriendin van de moeder. Deze baby is geboren bij een geschatte zwangerschapsduur van 33 weken. Het gaat naar omstandigheden redelijk goed, dus we blijven hoop hebben voor dit kleine jongetje.

De moeder kwam vorige week voor haar eerste zwangerschapscontrole in onze kliniek. Ze woog 41 kilogram en was afgevallen gedurende de zwangerschap, een groot alarmteken want je moet natuurlijk aankomen als je zwanger bent. Verder had ze al 5 dagen koorts, was ze aan het hoesten, had ze een schimmelinfectie in de mond en opgezette lymfeklieren. Alle alarmbellen voor een HIV en tuberculose-infectie gingen rinkelen...

We hebben haar opgenomen en zijn gestart met antibiotica via het infuus, en binnen 48 uur was de koorts gedaald. Gelukkig had ze geen weeen. Na 3 dagen kwamen alle testen terug en bleek ze inderdaad besmet te zijn met HIV en had ze ook tuberculose. Omdat een andere organisatie in het vluchtelingenkamp de TB-zorg op zich heeft genomen, hebben we haar daarnaar doorverwezen.

Helaas kreeg ik zondagavond een telefoontje dat deze vrouw weeen had gekregen. Ze is snel teruggebracht naar onze kliniek en 's nachts bevallen van haar zoon. Deze kleine baby heeft zoveel risico om te overlijden. Allereerst is hij te vroeg geboren, is hij veel te klein qua gewicht en heeft hij kans op HIV en op TB. We proberen hem zo goed mogelijk te behandelen en hij is nu 5 dagen oud en het gaat redelijk goed met hem.

Zijn moeder heeft helaas weer koorts ontwikkeld 2de dag na de bevalling. Ze was er slecht aan toe. Wij hebben haar zuurstof gegeven en een bloedtransfusie. De volgende dag ging ze weer terug naar de geisoleerde TB-afdeling van het andere ziekenhuis waar ze het beste voor TB behandeld kan worden. Vandaag hoorde ik dat de behandeling goed aanslaat.

HIV/AIDS en tuberculose; los van elkaar 2 hele ernstige ziektebeelden. Helaas zijn mensen met HIV/AIDS veel vatbaarder voor tuberculose. En dan de kleine baby... Mijn baas, Francois Nosten, vertelde dat dit de eerste levend geboren baby was van een moeder die HIV en TB heeft en die zelf dus ook kans heeft om deze ziektes te krijgen. De medics en nurses zorgen heel goed voor hem en we blijven hopen!

Een dag in ons leven aan de Thai-Burmese grens

Langzaam worden we wakker van het gebrabbel van Loïze, sinds zij er is heb ik geen snooze-wekker meer nodig ;-) De afgelopen nacht heb ik lekker kunnen slapen, dat betekent dus dat het goed gaat met alle patiënten in Maela.

Na het voeden van Loïze en aankleden gaan we beneden ontbijten. De rest van de dag eten we rijst, maar het ontbijt is toch nog gewoon westers dankzij de supermarkt hier in Mae Sot; cornflakes, brood en een kop koffie. Om half acht komt Kikimoh, onze nanny, eraan. Wij kunnen haar inmiddels in Karen (de taal van een etnische minderheid) goedemorgen wensen, vragen hoe het met haar en haar kinderen gaat. Loïze begroet haar met haar heerlijke brabbelgeluidjes en enthousiast slaan op haar kinderstoel.

Om iets voor achten vertrek ik snel naar het kantoor van de SMRU (Shoklo Malaria Research Unit). Elke morgen vertrekken om acht uur verschillende busjes en trucks naar de SMRU-klinieken aan de grens met Burma. Ik werk als arts in de kliniek in Maela kamp; het grootste vluchtelingenkamp waar ongeveer 50.000 Burmese vluchtelingen sinds 25 jaar wonen. Onderweg praat ik met mijn Burmese arts-collega, hij is zelf ook gevlucht, over de situatie in Burma en de Thai-Burmese grens:

De vluchtelingen zijn om diverse redenen gevlucht, maar de gemene deler is dat zij niet in vrijheid konden leven in Burma, een land waar vele jaren een militaire dictatuur heerste. Een groot deel van de vluchtelingen bestaat uit Karen. De Karen zijn een etnische minderheid die al tientallen jaren wordt onderdrukt door het Burmese leger, vele Karen zijn gevlucht over de Thai-Burmese grens en wonen in een vluchtelingenkamp, of wonen als illegale migrant ergens aan de grens. Andere vluchtelingen zijn mensen die zich hebben ingezet voor een democratisch Burma en die moesten vluchten omdat ze anders in de gevangenis terecht zouden komen. En natuurlijk zijn er ook altijd economische vluchtelingen, wat ook niet vreemd is als je bedenkt dat Burma een van de armste landen ter wereld is.

Deze situatie bestaat al tientallen jaren, maar er lijkt verandering aan te komen. Aung San Suu Kyi is vrijgelaten uit haar huisarrest en haar partij heeft nu een aantal zetels in het parlement. En zij heeft zelfs een maand geleden Maela kamp bezocht. Johan mocht daarbij zijn als vertegenwoordiging van ZOA vluchtelingenhulp; een hele bijzondere ervaring.

Meeting met Aung San Suu Chi in Mae La vluchtelingenkamp

Bijzondere momenten die hoop geven. Toch zijn de meeste vluchtelingen momenteel nog niet van plan om terug te keren naar Burma. Allereerst willen ze eerst merken dat het echt veiliger is geworden. Een paar weken geleden zijn er weer studenten opgepakt in Burma die zich inzetten voor een democratie, dus er is absoluut nog geen volledige vrijheid. Verder zijn er in Burma heel erg weinig ziekenhuizen, scholen, werkgelegenheid en is het daardoor erg moeilijk voor de mensen om terug te keren. We zijn benieuwd hoe dat de komende tijd, hopelijk positief, zal veranderen. Maar we hopen ook de de Thaise overheid de mensen te tijd geeft om op een goede manier terug te keren.

Naast de vluchtelingen in de kampen zijn er ook zeer veel Burmese migranten (geschat wordt dat er meer dan 1 miljoen migranten op de Thai-Burmese grens wonen). Zij hebben ook geen toegang tot medische zorg. De 4 andere klinieken van de SMRU verlenen dan ook zorg aan deze, zeer kwetsbare groep.

Na een uur komen we bij de kliniek. De kliniek bestaat uit een IPD (In Patient Department), OPD (Out Patient Department), SCBU (Special Care Baby Unit; neonatologie-afdeling); ANC (Antenatal Care; verloskundige zorg); PNC (Postnatal Care; kraamafdeling). De IPD, OPD en SCBU worden gerund door het medische team, bestaande uit medics, nurses en healtworkers en ik mag met hen samenwerken.

Als ik binnen kom in de kinder-OPD wordt ik verwelkomt door Amya Than, onze senior-medic. Er is net een baby binnengebracht waar ze bezorgd over is. Deze baby is inmiddels 1,5 maand oud, maar was te vroeg geboren (bij 29 weken). De moeder is nu gekomen omdat de baby moeite heeft met drinken en moeite heeft met ademhalen. Amya Than heeft de baby al helemaal nagekeken en verteld met dat ze denk dat deze baby een longonsteking heeft. We besluiten de baby op te nemen en te behandelen met antibiotica (ampicilline en gentamycine voor de medici onder ons).

De andere patiënten in de OPD wachten op de uitslag van de malaria-smear en er zijn geen patiënten die ik dringend moet beoordelen. Ik ga daarom naar de IPD om de visite te doen samen met de Phale Htoo, de medic van dienst. De eerste patiënt is een jongen, 12 jaar oud, met hypermalaria. Dat betekent dat meer dan 4% van zijn rode bloedcellen geïnfecteerd zijn met malaria-parasieten. Gelukkig gaat het goed met de patiënt; helaas is dat niet altijd het geval en overlijden er altijd een aantal patiënten per jaar aan ernstige malaria in onze klinieken. Ondanks dat het klinisch goed gaat met deze jongen, heeft hij na een aantal dagen nog steeds malaria-parasieten in zijn bloed. Dit komt omdat de malaria-parasiet resistent begint te worden voor de huidige behandeling. Een probleem wat in de toekomst alleen maar groter gaat worden. Daarom doet de SMRU onderzoek naar de behandeling van malaria.

De volgende patiënt is een baby van bijna 2 maanden oud, maar met een gewicht van geen 2 kilogram. Deze baby is nu lekker aan het drinken aan de borst, maar lag een week geleden nog te vechten voor zijn leven. Dit was namelijk het 6de kind van de moeder en zij had onvoldoende melk voor haar baby. Daarom had ze poedermelk gekocht, maar helaas de poedermelk voor babies vanaf 6 maanden. Deze baby had diarree gekregen en was ernstig uitgedroogd binnengebracht. De medic van dienst dacht dat de baby al dood was toen de moeder hem binnenbracht, maar gelukkig was dat niet zo. Ze konden met moeite een infuus inbrengen en vocht en antibiotica toedienen en zuurstof geven. Daarna zijn we zo snel mogelijk overgegaan op sondevoeding waarbij we moedermelk gaven wat gedoneerd was door een andere moeder. De dagen daarop ging het steeds beter met de baby en begon hij zelf de drinken bij zijn moeder, die dankzij medicijnen ook zelf wat melkproductie begon te krijgen. En vandaag, na een opname van een week, zegt dat moeder dat ze met de baby naar huis gaat, naar haar andere 5 kinderen. Het liefste wil ik de baby nog een paar dagen opgenomen houden, maar we kunnen haar niet overtuigen. Gelukkig is ze wel bereid om na 2 dagen terug te komen om te baby te laten wegen… hopelijk gaat het nu goed met de moedermelk!

Nadat we nog langs 7 andere patiënten zijn gegaan is de visite in de IPD klaar. Drie patiënten gaan naar huis, de andere blijven. Een patiënt met een lastig probleem bespreek ik telefonisch met mijn collega, gelukkig hoef je hier niet een solo-dokter te zijn!

Hierna ga ik naar de SCBU; de afdeling voor de pasgeborenen. Hier worden babies opgenomen die te vroeg geboren zijn (prematuur), die een infectie hebben (neonatale sepsis), die geel zien (jaundice) of om andere redenen. Vandaag liggen er 6 babies; we gaan ze een voor een langs. Alle moeders liggen bij hun babies op een mat op de grond (zie foto’s), zodat ze allemaal zelf voor hun kleintje kunnen zorgen en hen kunnen voeden. De afgelopen jaren heeft mijn voorgangster hard gewerkt om de medics, nurses en midwives op te leiden in het zeer vroeg herkennen van een baby die het risico loopt om ziek te worden of die al de eerste verschijnselen vertoont. Hierdoor is de baby-sterfte in een paar jaar tijd gehalveerd!

Na de SCBU ga ik weer terug naar de OPD. Hier help ik Law Say Paw met het beoordelen van een aantal patiënten met koorts, die geen malaria hebben. De meeste patiënten vertonen tekenen van Dengue koorts; er is momenteel een epidemie in Maela, dus we zien erg veel patiënten met Dengue.

En dan is het alweer twaalf uur en ga ik samen met dr. Nay, de arts die de ANC en PNC runt, lunchen. Er wordt elke dag heerlijk Burmees eten voor ons gekookt!

Na de lunch geef ik les aan het hele medische team. Deze week bespreken we het onderwerp “overgeven bij kinderen”. Ik probeer zo simpel mogelijk uit te leggen hoe het maag/darm systeem werkt en welke problemen kunnen ontstaan, zodat zowel de healthworker het kan volgen, maar dat het ook uitdagend genoeg is voor de zeer ervaren medic. Gelukkig helpt de medic met vertalen en zal hij ook vast wel wat extra uitleg geven zodat de healthworker er ook wat aan heeft.

En dan is het alweer tijd om terug te gaan naar Mae Sot. We lopen nog even de ernstig zieke patiënten langs en dan vertrekken we. Ik heb mijn telefoon bij me zodat ze me altijd kunnen bellen om te overleggen; maar zij moeten het werk nu doen en dat kunnen ze gelukkig heel erg goed!

En dan ben ik om vier uur weer thuis; heerlijk! Lekker knuffelen en spelen met Loïze. Even samen op de fiets naar de markt voor wat fruit en als we terugkomen heeft Kikimoh voor ons gekookt; wat een luxe. Vanavond komen onze Franse buren eten; 2 dokters dus genoeg te bespreken ;-). Zij hebben een zoontje van 1,5 en Loïze vind dat reuze-interessant, maar na een uurtje is ze moe en gaat ze lekker slapen. Na een gezellige avond bel ik nog even met de dienst-doende medic in Maela om een patiënt te bespreken en dan gaan we slapen… morgen is er weer een nieuwe dag!

Dramu

De eerste dag in de SMRU kliniek in Mae La vluchtelingenkamp. Ik ben bezig in de OPD (Out Patient Department). Voor mij zit een meisje van 7 jaar met een gezwollen parotis en een geinfecteerde huiduitslag bij haar linker enkel. "Can I help you dramu?" zegt Lay Say Paw, een van de medics. Dat kan ze zeker! Samen bespreken we de patient en legt zij mij uit hoe zij gewend zijn om bepaalde ziektebeelden te behandelen. Met dramu Claudia (Engelse kinderarts) overleggen we dan weer over het antibioticabeleid voor de huidinfectie. "Dramu" betekend onderwijzer, maar allereerst hoop ik vooral veel te gaan leren.

De SMRU (Shoklo Malaria Research Unit) is een veldstation van de faculteit voor Tropengeneeskunde van de universiteit van Bangkok en heeft een nauwe samenwerking met de Oxford University. 25 jaar geleden is de SMRU opgericht door Francois Nosten, een tropenarts die merkte dat de normale anti-malaria medicatie niet goed werkte in dit gebied. De SMRU heeft in de afgelopen jaren enorm veel onderzoek verricht naar malaria, en met name malaria in de zwangerschap en zijn een leidend instituut geworden op dit gebied. Zo geven zij o.a. advies aan de WHO (World Health Organisation) over de behandeling van malaria en heeft Francois Nosten de huidige malariabehandeling (Artemisinine Combinatie Therapie) voor het eerst onderzocht. Maar de focus ligt op het verlenen van gratis medische zorg, in een vluchtelingenkamp en in klinieken aan de grens met Burma voor Burmese migranten. In Burma zelf is geen goede medische infrastructuur en deze mensen hebben geen recht op gezondheidszorg in Thailand. Daarom is het fantastisch dat ze bij de SMRU (en gelukkig ook andere organisaties) geholpen kunnen worden.

Inmiddels wonen we hier alweer 4 weken en ben ik 3 weken aan het werk bij de SMRU. Elke dag is vol met nieuwe indrukken; nieuwe patienten, nieuwe ziektebeelden; nieuwe richtlijnen en nieuwe locale staf (althans voor mij dus). Als ik terugdenk aan de afgelopen 3 weken moet ik meteen denken aan de medics, nurses, midwives en alle andere mensen die zelf wonen in Mae La camp en werken in onze kliniek. Deze locale staf hebben al zoveel "witte dokters" zien komen en gaan, maar toch ontvangen ze mij met open armen en willen ze mij graag helpen om wegwijs te worden in deze nieuwe wereld. Natuurlijk laten ze niet meteen het achterste van hun tong zien als het over hun eigen leven gaat, maar op werkgebied zijn ze heel behulpzaam.

Het plan is dat ik het werk van Claudia ga overnemen. Zij heeft mij de 1ste 2 weken ingewerkt in de Special Care Baby Unit (neonatologie-afdeling), de IPD (in patient department) en OPD (polikliniek). We begonnen de dag met de visite over de IPD en SCBU en daarna gaan we de medics in de OPD helpen met lastige patienten. De kliniek is (bijna) volledig gemaakt van bamboe (omdat het een "tijdelijk" vluchtelingenkamp is, wat helaas al 25 jaar bestaat). Het ziet daardoor allemaal wat primitief uit. Toch is er gelukkig heel wat mogelijk en kan je met een aantal goede basis diagnostische middelen, goede antibiotica, malariamiddelen en anti-wormen medicijnen en een aantal basis hulpmiddelen (zoals een UV-lamp voor fototherapie voor pasgeboren babies) ontzettend veel betekenen de vluchtelingen.

Momenteel werk ik echter op de verloskundige afdeling omdat een Burmese collega naar Bangkok moest voor zijn visum. Helaas is dit nog niet geregeld en is hij nu naar Singapore vertrokken om daar de procedure opnieuw te proberen. Hij is namelijk gevlucht voor de militairen in Burma en toen hij in Bangkok een aanvraag indiende bij de Burmese ambassade gingen ze allemaal lastige vragen stellen. Daarom is hij daar weer snel weggegaan en hopelijk kan het nu vanuit Singapore geregeld worden. Ondertussen houd ik mij dus bezig met babies die nog in de buik zitten ipv met babies die al geboren zijn. Vandaag kwam een zwangere binnen (36 weken en 3 dagen zwanger), zij had al sinds 2 dagen gebroken vliezen maar ze kwam van buiten het kamp en kon helaas niet eerder komen. Ze had zelf geen koorts, maar helaas had de baby wel een hele hoge hartslag, wat een teken is van nood. Gelukkig zijn er inmiddels de middelen bij de SMRU om haar te door te sturen naar een Thais ziekenhuis waar ze een keizersnede kunnen doen.

Toen we bijna weer terug naar Mae Sot wilden gaan kwam de "ambulance" eraan met een man van 30 die nog amper op zijn benen kon staan en erg verward was. Het medical team ging meteen aan de slag onder begeleiding van dokter Claudia. Iedereen had zijn eigen taak en in korte tijd was er een goed beeld van de patient, zat er een iv lijn in en konden we even wachten op de uitslag van de malariatest. Die was positief (alle ervaren medics hadden meteen al gezien dat hij malaria had) en daarna zijn ze snel begonnen met behandelen. Gelukkig gaat het inmiddels veel beter met hem.

Een ontzettend boeiend, uitdagende en bijzondere plek om te mogen werken. Ik ben benieuwd (en vind het natuurlijk ook erg spannend) wat we allemaal gaan meemaken de komende tijd!

Goodmorning Boss

"Goodmorning Boss", elke keer weer grappig om zo begroet te worden. Na een rondje langs alle kantoren trek ik me terug in mijn hokje. Airco aan en even uitpuffen van de fietstocht.

​Het kantoor van ZOA in Mae Sot, Thailand

Mijn werkdag is begonnen. Direct komt er iemand binnen met een gigantisch boek met op elke bladzijde een check die gecheckt en getekend moet worden. Daarna de belangrijkste dingen doen. Beginnend met de verbeter punten die we kregen in vorige audits van de EU en UNHCR. 

Samen met mijn team loop ik de punten door en zorgen we dat we de juiste maatregelen treffen om de projecten en het proces te verbeteren. Soms zijn het simpele verbeteringen, bijvoorbeeld dat degene die het geld uitgeeft en ontvangt niet dezelfde persoon kunnen zijn, soms zijn het lastige vragen, hoe zorgen we dat de "income generation" projecten economisch duurzaam worden?

Het ZOA team bestaat op dit moment uit ongeveer 35 man. De meeste zitten in het veld en ondersteunen de verschillende programma's. De rest zit op kantoor in Maesot en verzorgt de administratie, IT, logistiek, onderhoud en natuurlijk HR. Mijn verantwoordelijkheid ligt bij de tweede groep. In kleine teams van 2 tot vier man werken zij aan het optimaliseren van de programma's van ZOA in Thailand.

Het is een fantastisch en divers team. Sommige met flink veel ervaring en een aantal hele jonge, energieke nieuwelingen.

We zijn er!

Na maanden voorbereiding en een lange reis zijn we 1,5 week geleden aangekomen in Maesot, Thailand. 

We genieten van alle nieuwe mensen die we ontmoeten en indrukken die we opdoen. De temperatuur (40 graden Celsius) is flink wennen maar het eten en ons huis is heerlijk.

Johan begint komende maandag bij ZOA. Hij wordt daar verantwoordelijk voor de algemene zaken zoals, HR, de financiele afdeling, logistiek en IT. We hebben al een keer geluncht met zijn collegae.

Margreet is inmiddels twee keer meegeweest naar de SMRU-kliniek in Mae La refugee camp samen met dr. Claudia, een kinderarts met jarenlange ervaring bij de SMRU (zie volgende blog).

En Loïze heeft haar eerste dagen met de nanny (Kikimoh, wat betekend: moeder van Kiki... wij heten dus Loïzemoh en Loïzepah!) erop zitten, wat erg goed ging.

Vanaf de komende week begint ons werkende leven zoals het er de komende tijd uit gaat zien. We zijn heel erg benieuwd en vinden het ontzettend spannend. We houden jullie graag op de hoogte middels deze blog.

Marcus en Machteld Rijken

Machteld Rijken-Boel en Marcus Rijken waren tot en met 28 januari 2012 als (tropen)arts werkzaam bij de Shoklo Malaria Research Unit in Mae Sot op de grens van Thailand en Birma. Inmiddels zijn ze weer terug in Nederland. 

De "Stichting Malariadokters" blijft bestaan en gaat door met het ondersteunen van projecten in gebieden waar malaria voorkomt. Een nieuwe Nederlandse dokter, Margreet Trip, gaat met haar man Johan, naar Mae Sot. Zij zullen nu de lopende projecten ondersteunen en nieuwe projecten voordragen aan het nieuwe stichtings bestuur.

Wij danken u voor uw ongelofelijke steun in alles gedurende de jaren dat wij onze bijdrage leverden aan de bevolking op de Thai Burmese grens. Wij zullen nu Margreet en Johan ondersteunen, blijft u ook helpen?

Tot snel in Nederland; 
Machteld en Marcus